Islamitische architectuur


Nadat het christendom zich had verbreid in Klein-Azië, Noord-Afrika en een groot deel van Zuid- en West-Europa, trad in Arabië Mohammed (570-632) op als profeet van de islam, d.i. de onderwerping aan Allah (God).

'Allah is God en Mohammed is zijn profeet'. Door zijn met geestdrift verkondigde leer en de prediking van de 'heilige oorlog' wist Mohammed zijn volgelingen zó te bezielen, dat in betrekkelijke korte tijd de islam verbreid werd over geheel Arabië, in Voor-Indië, Palestina, Egypte en langs de noordkust van Afrika. De muzelmannen veroverden zelfs Spanje en drongen tot in Frankrijk door. Bij Portiers werden ze door Karel Martel verslagen (732), die hen over de Pyreneeën terugdreef.

Nadat in het Midden-Oosten de Turken tot het mohammedanisme waren overgegaan, stichtten zij daar een staat, het Osmaanse Rijk, die strijd voerde tegen het christelijke Byzantijnse Keizerrijk. In 1453 veroverden de Turken Constantinopel, het huidige Istanboel; in de twee volgende eeuwen drongen zij meer dan eens door tot bij Wenen in Oostenrijk. In Spanje heeft de Islam - met steeds verminderende invloed en in steeds beperkter gebied - zich weten te handhaven tot 1492; In Oost-Europa ligt nog een kleine rest Turks en mohammedaans gebied.

In de door de mohammedanen veroverde en beheerste gebieden verrezen hun bouwwerken: gebedshuizen, grafmonumenten, scholen, kazernes, woningen en fonteinen.

Het voornaamste bouwwerk voor de moslim is hun gebedshuis, de moskee, met één of meer slanke torens (minarets), van waar af de moëdzin vijfmaal daags oproept tot het gebed.

Constructief is bij de moskee de Hagia Sophia of Ayasofya te Istanboel nagevolgd, hoewel de eerste mohammedaanse gebedshuizen - o.a. de moskee in Cordoba in Spanje - een rechthoekig grondplan hebben met een plat dak op door bogen verbonden kolommen. De versieringsvormen zijn ongeëvenaard. De islamitische bouwkunst (architectuur) is in een zó uitgestrekt gebied beoefend, dat - naar wellicht valt te begrijpen - niet overal in dezelfde trant werd gebouwd.

Men onderscheidt:

  • De Arabische school (de oudste) 632-750);
  • De Moorse school (langs de noordkust van Afrika en in Spanje) 786-1492;
  • De Perzische school (in West-Azië) 750-1258);
  • De Turkse school (in Klein-Azië) 1050-1650.

De moskee is een grote gebedsruimte met aan het einde een nis, die naar Mekka is geori-ënteerd. In deze nis - de mihrab - worden de koran en de gebedsrollen opgeborgen. Wanneer hij zijn gebeden verricht, ligt de mohammedaan op zijn bidkleed ter aarde gebogen, met het hoofd gekeerd naar Mekka, de geboorteplaats van de profeet.

Voor de moskee ligt de voorhof met de reinigingsbron. 

De schoolmoskee is kruisvormig; zij bestaat uit vier lokalen, gebouwd om een vierkante,  open binnenplaats.

De kazernes bestaan uit een groot aantal vertrekken rondom een binnenhof, bestemd voor het verblijf van mensen of stalling van dieren. Aan de zijde van de karavaanweg heeft de kazerne een portaal met een poort. 

De aanleg van paleizen en woningen is typisch oosters: om een binnenhof liggen voor mannen en vrouwen afzonderlijke vertrekken. De kleine vensters zijn voorzien van tralies; poortdeur en erkers zijn rijk versierd.

Fonteinen en openbare bronnen zijn meestal veelhoekig met een sterk overstekend dak.

Daar het afbeelden van mens en dier niet was toegestaan  - een verbod, dat Mohammed mogelijk gaf in navolging van wat hij in de joodse wet meende te lezen (het tweede van de 'tien geboden') - kwamen voor ornamenten alleen geometrische en plantmotieven in aanmerking.

De Arabische school kwam tot bloei in Arabië, Syrië en Egypte. Een belangrijk centrum was Caïro.

De voornaamste bouwwerken van deze school zijn: 

  • de moskee van Amroe te Alexandrië (7e eeuw),
  • de moskee van sultan Hassan en Madrassa te Cairo  (14e eeuw),
  • de grafmoskee van Kaït-Bay te Cairo (15e eeuw).

De Moorse school in Spanje liet als meesterwerken na:

  • de moskee van Cordoba (8e-11e eeuw),
  • de paleisbouw Alhambra te Granada (13e-14e eeuw),
  • de paleisbouw Alcazar te Sevilla (14e eeuw).

De Perzische school ontwikkelde zich in Perzië (het huidige Iran), Mesopotamië (het kerngebied van het huidige Irak), Armenië (Voor- en Achter-Indië).

Belangrijke bouwwerken zijn:

  • de moskee van Chodabende te Sultaniye -Koepel van Soltaniyeh (15e eeuw),
  • de Blauwe Moskee te Tabriz (15e eeuw). Tijdens een aardbeving in 1778 raakte de moskee zwaar beschadigd.. In het begin van de 20e eeuw werd de moskee gerecon-strueerd. Vanaf 1973 vond een grote restauratie plaats.
  • de Tai Mahal in Agra (1632-1653).

De Turkse school bouwde in Turkije en Klein-Azië (Anatolië), o.a.:

  • de moskee van Selim II te Adrianopel - Selimiye-moskee (16e eeuw),
  • de Süleymaniye-moskee of Soleimanmoskee in Istanboel (16e eeuw),
  • de minarets, toegevoegd aan de Hagia Sophia of Ayasofya in Istanboel.

De islamitische bouwers gebruikten als materiaal voornamelijk baksteen; voor de deco-ratieve bouwdelen bergsteen en marmer. Glazuursteen, tegels en gepolychromeerd stuc-werk werden toegepast bij de versiering. Bergsteen en hout werden kunstig gebeeld-houwd.

Bijzonder dient vermeld de islamitische gewelfbouw, die, mede door de invloed van het sierend element, bijzonder fraai is. De stalactietgewelven vragen hierbij afzonderlijk de aandacht.

Het Alhambra in Granada (zie schets 1)

Het Alhambra ('de rode') is de beroemde burcht van de Moorse vorsten. Geheel in bleek-rode baksteen opgetrokken en met de schitterendste wandbekleding in  mozaïek en gegla-zuurde vormstukken  (Bron: GDB 1963, blz. 137) (zie schets 1).

Tai Mahal in Agra (1632-1653). (schets 2)

De Tai Mahal te Agra in Armenië (Voor- en Achter-Indië). Grafmonument, opgericht door Sjah Jahan voor zijn gemalin, die in 1629 overleed. Geheel in wit marmer opgetrokken met inlegwerken van heel- en halfedelstenen behoort het tot de belangrijkste islamitische bouwwerken van Voor-Indië.

De streng mathematische plattegrond is geheel gericht op uittreding naar buiten vanuit de centrale hal, waar de sarkofaag van de koningin is opgesteld. De tweede sarkofaag is die van de Sjah Jahan zelf. Sjah is het Perzische woord voor koning. Het schaakspel heeft zijn naam daaraan ontleend. (Sjah mat = de koning is dood.)

De oudchristelijke Hagia Sophia te Istanboel (het vroegere Constantinopel en daarvoor Byzantium geheten) is voor de Turken het bouwvoorbeeld bij uitnemendheid geweest; de Süleymaniye-moskee of Soleimanmoskee in Istanboel (1524-1574) te Adrianopel is daar een schitterend voorbeeld van. De minarets zijn van trappen voorzien die naar de transen voeren, waarop de omroeper op gezette tijden van de dag tot gebed oproept; luidklokken waren verboden.

De moskee werd gebouwd (1550-1557) door architect Sinan, de Turkse bouwmeester, die 318 van zijn omvangrijke bouwwerken verzorgde.

De kleur- en vormenrijkdom van de islamitische architectuur is ongeëvenaard. Bij de boogvormen hebben de mohammedanen verder ontwikkeld, wat de Romeinen op dit gebied hadden achtergelaten. De islamitische bouwmeesters spreidden daarbij een ongekende fantasie ten toon. 

De hoefijzerboog en de verhoogde halfcirkel zijn van de mohammedaanse boogbouw de eenvoudigste grondvormen, die in talrijke variaties zijn aangevuld met speelse profielen en kantachtige vullingen.

Poort van Aljaferia in Zaragossa (schets 3)

De Moorse mohammedanen wisten zich met stucwerk zeer sierlijk uit te drukken, zoals de poort van Aljaferia in Zaragossa (schets 3) duidelijk toont.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geraadpleegde bron: Blad 133 t/m 147 - Geschiedenis der Bouwkunst 1963, H. Sutterland 



>>> Baksteenmetselwerk en tegels met vlecht- en arabeskenornament .

Bron: GDB 1963, blz. 145

<<< Zuilvormen van de islamitische bouwkunst, meest gebruikt bij de interieurkunst zijn zij in sierlijkheid moeilijk te evenaren.

Bron: GDB 1963, blz. 143



Overkragingen

Overkragingen in baksteenmetselwerk hebben geleid tot de zgn. stalactietgewelven die tot de meest fantastische constructies van de Moorse kunst behoren.

Islamitisch ornament

De islamitische kunstnijverheid is zonder weerga.

Het islamitische ornament - hetzij geometrisch gebonden, hetzij ontworpen in vrij lijnen-spel - bewijst ongeëvenaarde kunstzin en vaardigheid. Niet alleen heeft het eeuwenlang in het gebied van de islam schoonheidsverlangen bevredigd, maar nog steeds dwingt het in de hele wereld bewondering af.

Gevelconstructies

De islamitische bouwkunst laat ons gewelfconstructies zien, waarbij de Romaans en Gotische gewelven slechts kinderspel zijn. Baksteen was het voornaamste bouwmateriaal.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geraadpleegde bron: Blad 133 t/m 147 - Geschiedenis der Bouwkunst 1963, H. Sutterland 


Zie ook


Pagina aangevuld: 11 maart 2023

Maak jouw eigen website met JouwWeb