Barokarchitectuur in het prinsbisdom Luik


De barokarchitectuur in het prinsbisdom Luik, ook wel Maaslandse barok, is de barokke bouwkunst zoals die zich in de 17e en 18e eeuw ontwikkelde in het prinsbisdom Luik en het gebied rondom de vrije rijksstad Aken en de tweeherige stad Maastricht, een streek die meestal wordt aangeduid als het Maasland.[1] De barokarchitectuur in het prinsbisdom Luik is verwant aan de barokarchitectuur in de Zuidelijke Nederlanden en neemt daarmee een tussenpositie in tussen het strengere Hollands classicisme en de meer uitbundige Franse barok, waarbij met name in de regio Aken ook de invloed van de Duitse barok zichtbaar is. De barokarchitectuur in het prinsbisdom Luik is een aspect van het grotere geheel van de barok in het prinsbisdom Luik, die naast een grote bouwproductie ook een bloeiperiode van de toegepaste kunsten bracht (zoals de Luiks-Akense meubelkunst).

  • Vroege en late barok in het Maasland

Zeventiende eeuw: aarzelend begin

In de 17e eeuw werd in het prinsbisdom Luik en omgeving veelal traditioneel gebouwd, vaak nog volgens de lokale bouwtrant van de Maaslandse renaissance. Namen van bouw-meesters zijn in de meeste gevallen niet overgeleverd. De stadhuizen van Peer (1637), Borgloon (1660) en Bilzen (1685) zijn nog traditioneel Maaslands. Het stadhuis van Maas-tricht (ca. 1660) daarentegen, is een voorbeeld van Hollands classicisme, de dominante bouwstijl in de Hollandse republiek, een stijl die verder weinig navolging vond in het Maas-land. Het kasteel van Modave (ca. 1667) is een zeldzaam voorbeeld van een 17e-eeuws Maaslands kasteel dat geïnspireerd is door Franse voorbeelden. Kasteel Neercanne bij Maastricht (1698) combineert de eenvoud en symmetrie van de Hollandse stijl met Frans aandoende, barokke terrastuinen.

Een uitzondering op dit vrij traditionele beeld vormden de vele kerken en kloosters, die in deze periode gebouwd werden. Met name de jezuïeten ontpopten zich als belangrijke pro-pagandisten van de Italiaanse barok, een stijl die het herwonnen zelfvertrouwen van de Rooms-Katholieke Kerk na de contrareformatie weerspiegelde. In vrijwel alle steden in het Maasland verrezen in de loop der 17e eeuw kerken van jezuïeten, augustijnen, recollecten  en redemptoristen met uitbundige façades en rijkversierde interieurs. Terwijl de Jezuïeten-kerk (1628) van Aken stilistisch nog tot het Rijnlands Maniërisme wordt gerekend, zijn de Jezuïetenkerk (1606) en de Augustijnenkerk (1610-60) in Maastricht, de kerk van Foy-Notre-Dame in Dinant (1623), de slotkerk (ca. 1635) van Alden Biesen, de Capucijnenkerk (1635) in Maaseik, de Recollectenkerk (1650) in Verviers, de Karmelietessenkerk (1654) in Luik en de Sint-Michielskerk (1660) in Sittard echte barokkerken.

Eerste helft achttiende eeuw: buitenlandse versterking

In de eerste helft van de 18e eeuw waren het veelal uit het buitenland afkomstige architecten die de rijpere barokstijl in het Luikerland introduceerden. In Aken en omstreken waren dat de van oorsprong Italiaanse bouwmeesters Laurenz (Lorenzo) Mefferdatis en Joseph (Giuseppe) Moretti. De bekende Oostenrijkse architect Johann Lukas von Hildebrandt maakte rond 1715 het nieuwe ontwerp voor de landcommanderij Alden Biesen, dat vervolgens door de Maastrichtse stadsbouwmeester Gilles Doyen werd uitgevoerd. Hetzelfde deed de uit Tessino afkomstige architect Gaetano Matteo Pisoni enkele decennia later: zijn ontwerp voor de nieuwe Luikse Sint-Jan Evangelistkerk werd gebouwd door de jonge Luikenaar Jacques-Barthélemy Renoz. De Franse architect D'Auberat was begin 18e eeuw werkzaam aan het hof van prins-bisschop Jozef Clemens van Beieren en bouwde onder andere het Luikse stadhuis. De Brusselse architect Johannes Andreas Anneessens kreeg rond 1735 de opdracht voor de vernieuwing van het Paleis van de Prins-bisschoppen in Luik. De Westfaalse bouwmeester Johann Conrad Schlaun werd omstreeks 1730 door de graaf van Wittem (beiden waren afkomstig uit het Münsterland) naar Wittem gehaald en bouwde daar verscheidene kerken, daarbij geassisteerd door de jonge Akense architect Johann Joseph Couven, die later de toonaangevende architect in de regio zou worden.

Tweede helft achttiende eeuw: sterke uitstraling

In de loop van de 18e eeuw ontstond in het Prinsbisdom Luik, onder invloed van een geleidelijk verbeterende regionale economie, een ware bouwhausse. Zowel in de grotere steden Luik, Aken en Maastricht, als in de kleinere plaatsen Dinant, Spa, Verviers, Eupen, Monschau, Vaals, Tongeren, Hasselt en Maaseik, kwamen met name in de tweede helft van een groot aantal kerken, kloosters, stadhuizen, militaire bouwwerken, de eeuw burger-huizen en stadspaleizen tot stand. Ook in de dorpen en op het platteland werd ge- en verbouwd aan kastelen, buitenverblijven en monumentale boerderijen.[2] De architectuur-stijl die daarbij de boventoon voerde was de Luikse barok.

Rond het midden van de 18e eeuw waren er in het prinsbisdom zeker vijftien met name bekende, lokale architecten werkzaam, die allen een substantieel oeuvre konden op-bouwen en ook buiten de grenzen van het Luikse opdrachten kregen. Zo ontving de Akense bouwmeester Johann Joseph Couven rond 1748 de opdracht voor een lustslot voor keurvorst Karel Theodoor van Beieren in Düsseldorf. De Maastrichtse architecten François en Matheius Soiron begonnen rond dezelfde tijd aan de bouw van het Schloss Wickrath voor graaf Willem Otto Friedrich von Quadt nabij Mönchengladbach. De in Verviers geboren Laurent-Benoît Dewez (1731-1812) vertrok naar Brussel en werd daar de hof-architect van gouverneur Karel van Lotharingen en ontwikkelde zich tot de belangrijkste barokarchitect van de Zuidelijke Nederlanden.

In de hiernavolgende paragrafen zal per regio vooral gekeken worden naar de kerkelijke en wereldlijke bouwkunst uit de tweede helft van de 18e eeuw, de bloeiperiode van de Luiks-Akense barok.

Achttiende-eeuwse barok in Luik en omgeving

De belangrijkste architecten in de tweede helft van de 18e eeuw in het Franstalige deel van het prinsbisdom waren Jean-Gilles Jacob (1714-1781), Etienne Fayen (1720-1773), Barthélemy Digneffe (1729-1784), Jacques-Barthélemy Renoz (1729-1786) en, iets later, Ghislain-Joseph Henry (1754-1820).

Kerken en kloosters in Luik en omgeving

De collegiale kerk van Sint-Jan Evangelist in Luik is gebouwd door de lokale architect Jacques-Barthélemy Renoz, naar een ontwerp van Gaetano Matteo Pisoni uit 1754. Renoz is ook de architect van de Augustijnenkerk, thans kerk van het H. Sacrament (ca. 1766), de Sint-Andreaskerk (1772) en het neoclassicistische portaal (1782) van de Sint-Bartholomeüs-kerk, allemaal in Luik. De Premonstratenzerkerk (1762) en een deel van het klooster, thans onderdeel van het bisschoppelijk paleis van Luik, zijn van Barthélemy Digneffe. Belangrijke 18e-eeuwse kerken in het Luikerland zijn de Sint-Appolinariskerk in Bolland (ontworpen door de priester-architect Antoine de Sarémont, 1714) en de Sint-Beggakerk in Andenne (waarschijnlijk ontworpen door Laurent-Benoît Dewez, 1764).

Achttiende-eeuwse barok in Aken en omgeving

De voornaamste architecten in de vrije rijksstad Aken en het Duitstalige deel van het prins-bisdom Luik waren Laurenz Mefferdatis (1677-1748), Joseph Moretti (? -1793), Johann Joseph Couven (1701-1763) en Jakob Couven (1735-1812). Met name J.J. Couven was in zijn tijd een beroemd bouwmeester, die werkte in een groot gebied, van Luik tot Düsseldorf en van Maaseik tot Eupen.

Kerken en kapellen in Aken en Burtscheid

Laurenz Mefferdatis was de architect van de Sint-Peterskerk (1714, verbouwd 1748) en de Sint-Theresiakerk (1739). Die laatste kerk had een interieur van Johann Joseph Couven, dat echter in de Tweede Wereldoorlog grotendeels werd verwoest. J.J. Couven ontwierp ook de Annakerk (1748) en de beide kerken van Burtscheid: de abdijkerk (1730, 1748) en de parochiekerk Sint-Michael (1747). De Ungarnkapelle, naast de Dom van Aken, is een zeld-zaam voorbeeld van rococo in deze regio (Joseph Moretti, 1756).

Dorpskerken in de regio Aken

Dezelfde Akense architecten bouwden ook in de omgeving van Aken: Laurenz Mefferdatis ontwierp de parochiekerken van Raeren (1719), Eupen (1721) en Würselen (1722). Johann Joseph Couven werkte aanvankelijk samen met de Westfaalse architect Johann Conrad Schlaun, onder andere bij de kloosterkerk van het Redemptoristenklooster Wittem (1729) en de Sint-Agathakerk in Eys (1732). De Johannes-de-Doperkapel (1747) in Eupen, naast het Haus Fettweiss, bouwde hij zelfstandig. De uit Maastricht afkomstige broers François en Soiron bouwden de kerk van Mönchengladbach-Odenkirchen (1755) en de toren van de kerk van Hückelhoven-Ratheim (vóór 1756). Iets later werkte de van oorsprong Italiaanse architect Joseph Moretti. Hij ontwierp de kloosterkerk van Eupen (slechts ten dele gerea-liseerd, 1773) en de dorpskerken van Lontzen (1768) en Montzen (1780).

Achttiende-eeuwse barok in Maastricht en omgeving

Maastricht was in de 18e eeuw minder welvarend dan Luik en Aken, waar de industria-lisatie al veel vroeger op gang was gekomen. Toch getuigen ook hier veel gevels in Lode-wijk XV- of Lodewijk XVI-stijl van een zeker elan. Belangrijke opdrachtgevers waren de militaire gouverneurs en de proosten van Sint-Servaas. In de tweede helft van de eeuw was de van oorsprong Luikse architectenfamilie Soiron toonaangevend: de broers François en Matheius Soiron bouwden vooral in de Duitse grensregio. De zoon van Matheius, Mathias Soiron, was vooral actief in Maastricht en directe omgeving.

Kerken in Maastricht en omgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De Waalse Kerk in Maastricht is een ontwerp van de Luikse architect Nicolas Comhaire uit 1732. De barokke torens op het westwerk van de Sint-Servaaskerk waren door Etienne Fayen in 1767 ontworpen, maar werden door Pierre Cuypers rond 1887 verwijderd. Het koor en de sacristie van de Johannes de Doperkerk in Oud-Valkenburg zijn een ontwerp van Johann Joseph Couven uit 1757. Mathias Soiron ontwierp de eenvoudige dorpskerken van Vreren (1779), Itteren (1784) en Heer (1786, deels bewaard). De architect van de Sint-Gerlachuskerk in Houthem (ca. 1720), wellicht de meest barokke kerk van Nederland, is onbekend. Hetzelfde geldt voor de Virga Jessebasiliek (1727) in Hasselt en de Kruisheren-kerk in Maaseik (1767).

Zie ook

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Externe links/verwijzingen

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bronnen, verwijzingen en noten

  • (de) Bauer, M., Johann Joseph Couven – Mythos und Erbe eines großen Meisters. Eupen 2001
  • (de) Buchkremer, J., 'Die Architekten Johann Joseph Couven und Jakob Couven', in: Zeitschrift Aachener Geschichtsverein, 17, 1895, pp. 89–268 (ZAGV 17 online tekst)
  • Evers, I.M.H., 'De familie Soiron: bouwmeesters / architecten in de 18e en 19e eeuw', op: forum.mestreechonline.nl
  • (de) Kuetgens, F., 'Biographie J.J. Couven' (online tekst)
  • (de) Mummenhoff, W., 'Zur Geschichte des Aachener Architekten Laurenz Mefferdatis und seiner Familie'. In: Zeitschrift des Aachener Geschichtsvereins, deel 63, 1950/51, pp. 26–40
  • (fr) Portugaels, L., 'Un architecte bien de chez nous' (online tekst op website La libre Belgique)
  • (de) Rhoen, C., Der städtische Baumeister Laurenz Mefferdatis. Aken, 1896
  • Ubachs, Pierre J.H. (2000): Handboek voor de geschiedenis van Limburg. Maaslandse Monografieën #63. Verloren, Hilversum. ISBN 90-6550-097-9 (tekst deels online)
  • 'Archiefsprokkel' over Mathias Soiron, in: De Maaspost
  • (fr) Le siècle des Lumières dans la principauté de Liège, museumcatalogus, Musée de l'Art wallon, Luik, 1980

  1. De vrije rijksstad Aken was weliswaar geen onderdeel van het (wereldlijk) prinsbisdom Luik, maar behoorde wel (tot 1802) tot het kerkelijk bisdom Luik. Hetzelfde gold voor het rijksgraafschap Wittem en enkele andere heerlijkheden. Maastricht was tweeherig  en werd in de achttiende eeuw gezamenlijk bestuurd door de bisschop van Luik en de Staten-Generaal van de Nederlanden. Andere gebieden in de regio behoorden tot de Oostenrijkse Nederlanden of de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, maar worden in dit artikel eveneens inbegrepen.
  2. Ubachs (2000), p. 340.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Geraadpleegde bron: fragmenten uit:

  • nl.wikipedia.org/wiki/Barokarchitectuur_in_het_prinsbisdom_Luik - 26-04-2022

Pagina bijgewerkt: 13 maart 2023

Maak jouw eigen website met JouwWeb